In de aquaria A en B werden achtereenvolgens verschillende soorten stekelhuidigen
geplaatst. De onderzoekers gebruikten de stekelhuidige Comaster multifidus, die in
symbiose leeft met Synalpheus stimpsoni, en de drie soorten stekelhuidigen Himerometra
robustipinna, Comanthus alternans en Comatella stelligera, die geen symbiotische relatie
hebben met Synalpheus stimpsoni.
In beide takken van de Y-vormige buis (zie de bijlage) bevindt zich een knik. Door deze
knik worden bepaalde prikkels uitgesloten die van invloed zouden kunnen zijn op de
verplaatsing van de garnaal op plaats C.
Vier typen prikkels zijn: