Lees de standpunten A, B en C in tekst "Segregatie in het onderwijs".
Enkele sprekers merkten op dat de discussie liep volgens de vanouds bekende
ideologische lijnen. In de standpunten A, B en C zijn de meningen samengevat
van partijen die drie verschillende stromingen vertegenwoordigen. Er is één
christendemocratisch, één liberaal en één sociaaldemocratisch standpunt.
Welke stroming hoort bij welk standpunt?
Geef bij elk van de drie standpunten aan welk kenmerkend uitgangspunt van de
gekozen stroming te herkennen is.