Nadat de passagiers in de stoeltjes hebben
plaatsgenomen, beweegt de zweefmolen eerst
zonder te draaien langs de mast omhoog.
In 8,0 s gaat de zweefmolen 30 meter omhoog. In de
mast bevindt zich een contragewicht met een massa
gelijk aan de totale massa van de zweefmolen
zonder passagiers. Dit contragewicht is via een
katrol boven in de mast verbonden met de
zweefmolen en daalt met dezelfde snelheid als de
verticale snelheid van de zweefmolen. Zo wordt
energie bespaard. Voor de verticale verplaatsing
wordt een elektromotor gebruikt met een rendement
van 90%. Neem aan dat er 22 passagiers met een
gemiddelde massa van 60 kg in de stoeltjes hebben
plaatsgenomen.