Background image

terug

Europese instellingen

De EU kan zeker nog geen volwaardig uitgegroeide democratie genoemd worden. Uit het onderstaande overzicht zijn enkele verschillen met een echte parlementaire democratie af te lezen.
Maak gebruik van het overzicht voor de beantwoording van de volgende twee vragen.

EUROPESE INSTELLINGEN

Europese Raad

Ook ‘Top’ genoemd, bijeenkomst van de veertien regeringsleiders en het Franse staatshoofd. Zij komen ten minste twee maal per jaar samen. Vaak wordt hier de richting bepaald bij belangrijke, politieke kwesties.

Europese Commissie

Dagelijks bestuur. Belangrijkste bevoegdheid is het initiatiefrecht: de Commissie kan (als enige) voorstellen doen voor Europese wetgeving en daarmee voor een belangrijk deel de discussie over Europees beleid richting geven. Daarnaast ziet de Commissie erop toe dat verdragen en raadsbesluiten worden uitgevoerd. Als een land in gebreke blijft, kan de Commissie ingrijpen en zo nodig het Europese Hof inschakelen. De Commissie ziet ook toe op vrije concurrentie (mededingingsregime).

Leden Commissie

2Duitsland 1Griekenland
2Frankrijk 1Ierland
2Italië 1Luxemburg
2Spanje 1Nederland
2Verenigd Koninkrijk 1Oostenrijk
1België 1Portugal
1Denemarken 1Zweden
1Finland
20totaal

De Luxemburgse christen-democratische premier Jacques Santer is sinds 1995 voorzitter van de Europese Commissie.

Ministerraden

Officieel: Raden van de Europese Unie. De enige instelling waarin de lidstaten rechtstreeks zijn vertegenwoordigd. Doorgaans komen de ministers één keer per maand in Brussel (en soms in Luxemburg) bijeen. De belangrijkste raad is de vergadering van de ministers van Buitenlandse Zaken, aangeduid als de Algemene Raad. Daarnaast hebben de vakministers hun eigen raad. De raden nemen besluiten aan de hand van voorstellen van de Europese Commissie. Bij de besluitvorming geldt een ‘gewogen’ stemverdeling.

Stemverdeling

10 stemmen: Duitsland, Frankrijk, Italië en Verenigd Koninkrijk
8 stemmen: Spanje
5 stemmen: België, Griekenland, Nederland, Portugal
4 stemmen: Zweden, Oostenrijk
3 stemmen: Denemarken, Finland, Ierland
2 stemmen: Luxemburg

87stemmen

Besluiten

  • Gewone meerderheid: de helft van 87 stemmen = minimaal 44 stemmen
  • Gekwalificeerde meerderheid: voor de meeste voorstellen zijn 62 stemmen nodig. Wanneer een minderheid van 23 tot 25 stemmen tegen een voorstel is, kan de Raad worden opgedragen alsnog te komen tot een meerderheid van 65 stemmen.
  • Als de gevolgen van een voorstel voor een lidstaat ‘van vitaal belang zijn’, kan besluitvorming bij unanimiteit worden afgesproken.
  • Een minderheid kan besluitvorming blokkeren bij 26 tegenstemmen, of wanneer 8 lidstaten van de vijftien tegen zijn.
  • Europees Parlement

    Zetelverdeling

    99 Duitsland 25 Portugal
    87 Frankrijk 22 Zweden
    87 Italië 21 Oostenrijk
    87 Ver. Koninkrijk 16 Denemarken
    64 Spanje 16 Finland
    31 Nederland 15 Ierland
    25 België 6 Luxemburg
    25 Griekenland
    626 totaal

    Wordt sinds juni 1979 iedere vijf jaar rechtstreeks gekozen. Het telt op dit moment 626 leden. Het secretariaat van het parlement is in Luxemburg gevestigd. De maandelijkse plenaire zittingen worden in Straatsburg gehouden. In Brussel hebben commissie-, fractie- en plenaire ’mini-zittingen’ plaats.

    Europees Parlement

    Bevoegdheden

  • Wetgeving: het parlement spreekt zich uit over door de Commissie ingediende wetsvoorstellen. Een veto is mogelijk voor een deel van de wetgeving, waaronder die voor de interne markt. Op andere terreinen, zoals vervoer, kan het parlement bestaande wetgeving wijzigen indien de Commissie en ten minste één lid van de Raad van Ministers de voorstellen steunen. Dit heet de samenwerkingsprocedure. Op andere terreinen heeft het parlement slechts adviesrecht. Het parlement heeft instemmingsrecht bij het sluiten van belangrijke handelsakkoorden en de uitbreiding van de Unie.
  • Budget: het parlement moet akkoord gaan met de EU-begroting. Is dit niet het geval, dan wordt zij in haar geheel verworpen. De procedure moet dan opnieuw beginnen. Dit is twee keer gebeurd (1980 en 1985).
  • Politiek: het parlement kan vragen bestaand beleid aan te scherpen of nieuw beleid te ontwikkelen.
  • Controle: met een tweederde meerderheid kan het parlement met een motie van afkeuring de Commissie naar huis sturen. Dit is nog nooit gebeurd. Ook kunnen kandidaat-commissarissen worden gehoord om een oordeel te krijgen over de samenstelling van een nieuwe Commissie. De zittingsperiode van de Commissie loopt gelijk aan die van het parlement.

  • bron: NRC Handelsblad van 19 december 1996