terug
Lasten en lusten
Lasten en lusten
In een bepaald land heeft de overheid in 2001 een overschot van € 4 miljard. Diverse politieke partijen doen voorstellen om dat geld te gebruiken.
Twee van deze voorstellen, lastenverlichting en hogere overheidsinvesteringen, zijn met behulp van een model uitgewerkt. Lastenverlichting wordt in dit model bereikt door lagere autonome belastingen, hogere overheidsinvesteringen door een verhoging van de autonome overheidsbestedingen. Beide overheidsmaatregelen hebben gevolgen voor de bestedingen in dit land. Van de aanbodkant van dit model is gegeven dat arbeid de knelpuntfactor is.
Tabel 1 - Het vraagmodel
|
Uitkomsten
2001 |
Uitkomsten 2002 |
|
|
|
bij lastenverlichting |
bij hogere
overheidsinvesteringen |
|
Bestedingen (bedragen in miljarden euro's) |
C = 0,75(Y-B)+33 |
237 |
|
249 |
|
243 |
C = consumptie |
B = 0,2Y+12 |
83 |
B = 0,2Y+5,6 |
79 |
|
85 |
B = belastingontvangsten |
I = 39 |
39 |
|
39 |
|
39 |
I = particuliere investeringen |
O = 79 |
79 |
|
79 |
O = 83 |
83 |
O = overheidsbestedingen |
EV = C+I+O |
|
|
|
|
|
EV = effectieve vraag |
EV = Y |
355 |
|
367 |
|
365 |
Y = nationaal inkomen |
Een econoom, die voorstander is van zo weinig mogelijk inflatie, heeft tabel 1 bekeken. Hij stelt dat van de twee overheidsmaatregelen de verhoging van de overheidsinvesteringen de beste keuze is gelet op inflatiebeperking. Hij onderbouwt zijn visie met enkele aanvullende gegevens zoals vermeld in tabel 2.
Tabel 2 - De productiecapaciteit
|
Uitkomsten
2001 |
Uitkomsten 2002 bij
lastenverlichting |
Uitkomsten 2002 bij hogere
overheidsinvesteringen |
|
Arbeidsaanbod |
|
|
+1% |
|
- |
jaarlijkse groei |
Arbeidsproductiviteit |
|
|
- |
|
+2% |
jaarlijkse groei |
Bezettingsgraad |
97,5% |
|
|
|
|
|