terug
Aspartaam
Sommige voedingsmiddelen bevatten natuurlijke zoetstoffen in de vorm van suikers, zoals bijvoorbeeld sacharose (C12H22O11). Van suikers kan men dik worden. Daarom worden suikers vaak vervangen door kunstmatig gemaakte zoetstoffen.
'Light' -frisdranken en zoetjes bevatten veelal de zoetstof aspartaam. De structuurformule van aspartaam is:
Als aspartaam in een oplossing met pH < 3 (zoals bijvoorbeeld in de maag) wordt gebracht, treedt een zuur-base-reactie op. De organische deeltjes die daarbij ontstaan, kunnen in het zure milieu worden gehydrolyseerd. Daarbij wordt in zo'n deeltje uiteindelijk op twee plaatsen een binding verbroken,
namelijk:
- de C - N binding tussen
- één van de C - O bindingen.
De mate waarin een zoetstof zoet smaakt, wordt uitgedrukt in de zogenoemde zoetkracht.
Om de zoetkracht van een zoetstof Z te bepalen maakt men eerst een oplossing (Z-oplossing 1) die 4,0 gram van de zoetstof Z per 100 ml bevat. Uitgaande van Z-oplossing 1 wordt door verdunning met water een aantal oplossingen bereid met lagere concentraties aan Z.
Men laat vervolgens een aantal proefpersonen de smaken van die verdunde oplossingen van Z vergelijken met de smaak van een sacharose-oplossing die 4,0 gram sacharose per 100 ml bevat. De proefpersonen wijzen bij het proeven die verdunde oplossing van Zaan (Z-oplossing 2) die even zoet smaakt als de sacharose-oplossing.
De zoetkracht van Z is als volgt gedefinieerd:
Een 6,5 ⋅ 10
-4 M aspartaam-oplossing bleek een even zoete smaak te hebben als de sacharose-oplossing.