Background image

terug

Chlooramfenicol

Sommige stammen van gistcellen zijn resistent tegen het antibioticum chlooramfenicol, andere niet. Onderzoekers formuleren hierover de volgende hypothese:
bij gistcellen erft de resistentie tegen het antibioticum chlooramfenicol over via de mitochondriën en niet via de kern.
Om deze hypothese te toetsen doen zij een experiment met twee stammen van gistcellen.
Zij nemen een cel P van een haploïd wildtype dat niet resistent is tegen chlooramfenicol en een cel Q van een haploïde mutant die wel resistent is tegen chlooramfenicol. Het experiment is weergegeven in de onderstaande afbeelding. De chromosomen en mitochondriën van P zijn in zwart aangegeven, die van Q in wit. De chromosomen en mitochondriën van P en Q zijn in de nakomelingen te onderscheiden. In het experiment ontstaan uiteindelijk vier haploïde stammen van gistcellen (R, S, T en U) waarvan de stammen T en U resistent zijn tegen chlooramfenicol. Aangenomen wordt dat er geen mutatie en crossing-over zijn opgetreden.