Maïs
Bij sommige organismen is door onderzoek met behulp van crossing-over de onderlinge
ligging en de relatieve
afstand van genen op een chromosoom bepaald.
Bij een bepaalde soort Maïs liggen de genen E (e), F (f) en G (g)
gekoppeld. Een aantal
Maïsplanten met het genotype EeFfGg wordt gekruist met een aantal Maïsplanten met
het
genotype eeffgg. Uit deze kruising ontstaan de volgende genotypen en de volgende
aantallen planten:
genotype | aantal |
EFG/efg EFg/efg EfG/efg Efg/efge eFG/efge eFg/efg efG/efg efg/efg |
100 24 2 386 404 2 19 63 |
totaal | 1000 |