Background image

terug

Gradiënt-ecosystemen zijn belangrijk voor de biodiversiteit

Gradiënt-ecosystemen zijn belangrijk voor de biodiversiteit

De meeste planten- en diersoorten zijn niet geëvolueerd in homogene landschappen, maar in complexe, heterogene leefgebieden. Geleidelijke overgangen in milieufactoren gaan daar gepaard met een geleidelijke verandering in soortensamenstelling. In een dergelijk ‘gradiëntecosysteem’ is er vaak een grote diversiteit aan planten en dieren.
Ecologische gradiënten zijn daardoor waardevol voor het voortbestaan van veel soorten.

Een voorbeeld van een ecologische gradiënt vind je in het noorden en oosten van Nederland, op kwelgevoede zandgronden. Dat zijn zandgronden waar het kalkrijke grondwater uit de bodem omhoog komt (kwel). Naast elkaar komen daar twee ecosystemen met een eigen vegetatietype voor: de ‘heischrale graslanden’ en de ‘kalkmoerassen’. In het overgangsgebied tussen deze twee ecosystemen is het vegetatietype ‘blauwgrasland’ te vinden, een gradiënt-ecosysteem dat nog maar zelden voorkomt. Zowel abiotische als biotische factoren bepalen voor een belangrijk deel welk type vegetatie op een bepaalde plaats ontstaat. Op de kwelgevoede zandgronden zijn het vooral de zuurgraad en kalkrijkdom van de bodem die het vegetatietype bepalen.