Background image

terug

De Kakapo

Reddingsplan voor Nieuw-Zeelandse looppapegaai

Nieuw-Zeeland heeft meer loopvogelsoorten dan enig ander land. De meeste ervan worden met uitsterven bedreigd. Natuurbeheerders zoeken naar een manier om resterende populaties weer te laten groeien.

De kakapo (Strigops habroptilus) is een groene niet-vliegende papegaai die zich
in Nieuw-Zeeland miljoenen jaren kon handhaven, totdat de eerste mensen en in
hun voetspoor ook ratten en andere dieren arriveerden.
Vóór de komst van de mens kwamen op de grond
levende predatoren van vogels niet voor.
In de paartijd (december/januari) komen kakapo-
mannetjes op een vaste plaats samen om met
elkaar te strijden. Alleen de winnaar paart en
bevrucht dan meerdere vrouwtjes. Het vrouwtje
legt maximaal drie eieren op een verscholen plek.
Het mannetje heeft geen aandeel in de broedzorg.
In 2010 werd het aantal overgebleven kakapo’s
geschat op 120.

Om het dreigende uitsterven van de kakapo te voorkomen, is rond 1990 begonnen met het grootschalig bijvoeren van kakapo’s op enkele geïsoleerde en strikt beschermde eilanden. Dit leek een succesvolle maatregel, maar er deed zich een onverwacht probleem voor: de bijgevoerde kakapo’s kregen veel meer zonen (70%) dan dochters (30%). Dit vertraagde het herstel van de populatie.