Vijf soorten diepzeevissen zijn tussen 1978 en 1995 bijna helemaal weggevist
voor de kust van Canada. En niet eens allemaal met opzet, want drie van de vijf
soorten hebben nooit op het ‘verlanglijstje’ van vissers gestaan; ze zijn bijvangst
tijdens de jacht op andere vis.
Diepzeevissen komen voor op dieptes van 150 tot 1500 meter of meer, maar zijn
het meest aan te treffen op een diepte van 300 tot 500 meter. Veel
diepzeevissen groeien langzaam en bereiken de geslachtsrijpe leeftijd vaak pas
na vele jaren. Twee van de met uitsterven bedreigde soorten werden vanaf 1985
niet meer commercieel gevangen. Uit onderzoek bleek dat ze beide in de jaren 1995 tot 2003 toch nog verder in aantal afnamen. Volgens berekeningen zal één van deze soorten binnen drie generaties zelfs helemaal uitgestorven zijn. Van de andere soort, de Macrourus berglax, zal dan nog maar 0,3 procent van de oorspronkelijke populatie over zijn. De toestand van alle vijf soorten valt ruimschoots binnen de definitie "met onmiddellijk uitsterven bedreigd" die de wereldnatuurbeschermingsorganisatie IUCN hanteert: de afname van deze populaties bedraagt 80 procent of meer in drie generaties. Daarom zou de diepzeevisserij stevig aan banden moeten worden gelegd. De Europese Commissie wilde echter niet verder gaan dan een vangstreductie van 20 procent en de ministers van visserij maakten daar vervolgens 10 procent van. |