terug
Voedselconversie
In het streven naar vergroting van de efficiëntie van de voedselproductie wordt
wel eens het eten van insecten of insectenlarven aanbevolen in plaats van vlees
(overigens nog niet in de voedingsadviezen van de Nederlandse
Gezondheidsraad). Door het eten van insecten wordt een efficiënter gebruik van
de netto primaire productie (NPP) bereikt.
In de studie naar de efficiëntie van de voedselproductie is de conversiefactor
een belangrijk begrip. De conversiefactor geeft aan welk deel van de energie in
het voedsel van een organisme wordt omgezet in biomassa van dat organisme.
Als de biomassa van een dier door het eten van 100 kJ biomassa toeneemt met
10 kJ is de conversiefactor 0,1.
In onderstaande tabel zijn gegevens over de energiestroom in een stabiel
graslandecosysteem opgenomen. Voor zowel de herbivoren als de carnivoren
zijn de gemiddelde hoeveelheden van de voedselopname, van de assimilatie,
van de onverteerbare resten, van de opbouw van organische stoffen (productie)
en van de dissimilatie berekend. De hoeveelheden zijn gebaseerd op een NPP
van 100 Joule per m2 per jaar.
NPP |
100 Joule per m2 per jaar |
|
opname |
assimilatie |
onverteerd |
productie |
dissimilatie |
|
I (Joule) |
A (Joule) |
F (Joule) |
P (Joule) |
R (Joule) |
Herbivoren |
|
|
|
|
|
gewervelden |
25,00 |
12,50 |
12,50 |
0,25 |
12,25 |
ongewervelden |
4,00 |
1,60 |
2,40 |
0,64 |
0,96 |
Carnivoren |
|
|
|
|
|
gewervelden |
0,16 |
0,13 |
0,03 |
0,003 |
0,127 |
ongewervelden |
0,27 |
0,135 |
0,135 |
0,040 |
0,095 |
|