Onder invloed van de maan ontstaan eb en vloed. Een periode van eb en
vloed duurt 12 uur en 25 minuten en de hoogste waterstand gedurende
zo’n periode heet een hoogwaterstand. Elke periode van eb en vloed
levert dus één hoogwaterstand op.
Om in te schatten hoe groot de risico’s bij hoogwaterstanden zijn, stelt
men op grond van een groot aantal metingen een formule op. Deze
formule is van de vorm
ƒ(h) = 10a-b⋅h, met a en b constanten.
Hierin is h de hoogte in meters boven NAP en ƒ(h) het gemiddeld aantal
keren per jaar dat een hoogwaterstand de waarde van h overschrijdt.
In Hoek van Holland geldt voor hoogwaterstanden tussen 0,9 m en 2,5 m
boven NAP: a = 4,3 en b = 1,9.