Background image

terug

Kavels

In polders wordt het overtollige water afgevoerd via sloten. Deze monden uit in tochten, dat zijn bredere sloten die het water verder afvoeren.
Bij de inrichting van de landbouwgebieden in de IJsselmeerpolders heeft men een regelmatig patroon aangehouden. De sloten staan loodrecht op de tochten. Midden tussen twee tochten loopt steeds een weg. Hierdoor wordt het land verdeeld in rechthoeken.
Zo'n rechthoek noemt men een kavel. Een landbouwbedrijf beslaat doorgaans één of meer kavels. In hieronder zijn tien kavels te zien.



Bij het ontwerpen van de inrichting van deze polders heeft men zich de vraag gesteld:
'Wat zijn gunstige afmetingen voor een kavel?' Grote kavels vergen minder investeringen en onderhoudskosten voor wegen, sloten en tochten. Bovendien ontstaan dan efficiënt te bewerken akkers.
Echter, een grote kavelbreedte levert hoge drainagekosten op en een grote kavellengte veroorzaakt hoge kosten voor het vervoer van mensen en materieel.
Onder bepaalde aannamen kwamen de ontwerpers tot het volgende verband tussen de lengte (L) en de breedte (B) van een kavel, en de totale kosten (K) per hectare:

K = 18547/L + 56,6L + 5279/B + 90,8B

K in guldens
L en B in hectometers, 1 hectometer (hm) = 100 meter

In Oostelijk Flevoland is gekozen voor standaardkavels van 30 hectare (= 30 hm²).
Zo'n kavel zou bijvoorbeeld 6 hm lang en 5 hm breed kunnen zijn, of 10 hm lang en 3 hm breed. In het tweede geval zijn de totale kosten per hectare minder dan in het eerste geval.


Informatie bij vraag 15.

K = 21271/L + 232,6L

In deze grafiek is voor een aantal kaveloppervlakten het verband weergegeven tussen de kavellengte L en de totale kosten per hectare K.



Voor kavels van 30 hectare is in de grafiek af te lezen dat K minimaal is bij een kavellengte van iets minder dan 10 hm. Uitgaande van de formule van vraag 14 kan deze kavellengte met behulp van differentiëren worden berekend.

Informatie bij vraag 16.

Iemand suggereert het volgende als vuistregel:
als je bij een gegeven oppervlakte de lengte drie keer zo groot kiest als de breedte dan zijn de totale kosten per hectare vrijwel minimaal.
Uit het bovenstaande is af te leiden dat dit klopt voor kavels van 30 hectare.