Een supermarktketen houdt een actie: “Kwartetten”. Bij elke
vijf euro aan boodschappen krijg je een kaart waarop één van
de volgende zes producten staat afgebeeld: aardbeienijs,
kauwgum, chocoladereep, frisdrank, chips of douchegel. Als
je vier kaarten met hetzelfde product erop hebt, krijg je dat
product als prijs.
Op sommige kaarten staat geen product, maar een hand met
kaarten: dat is een joker. Je mag ook gebruik maken van een
joker: in plaats van vier kaarten met hetzelfde product kun je
ook drie kaarten met dat product en één joker gebruiken voor
een prijs. Je mag maximaal één joker per kwartet gebruiken.
De eigenaar van de supermarktketen heeft er voor gezorgd dat 4% van alle
kaarten een joker is. Verder zijn er van elk product evenveel kaarten gemaakt,
dus 16% kaarten met aardbeienijs, 16% met kauwgum, enzovoort. De kaarten
die de klanten krijgen, zijn willekeurig over de supermarkten verdeeld.
Er zijn 200 000 kaarten gedrukt. De actie duurt twee weken. Meneer De Vries
krijgt in deze twee weken in totaal 10 kaarten. Het aantal jokers dat hij krijgt,
noemen we X.
De kansverdeling van X kan benaderd worden met een binomiale verdeling.