Background image

terug

De Daffodil en de Nederlandse natie

De Daffodil en de Nederlandse natie

11     28 januari 1958 was voor Huub en Wim van Doorne de grote dag. Van de band aan
2 de Geldropseweg in Eindhoven rolde de eerste Daf-personenauto - een prachtig voertuig.
3 Op de Auto-Rai van dat jaar was de Daf een doorslaand succes; een jaar later berichtte
4 de correspondent van het Algemeen Handelsblad vanuit New Vork zelfs over een golf
5 van enthousiasme in Amerikaanse autokringen. Twee jaar later komt het hoogtepunt: de
6 Daffodil. "Automatik ohne Nachteile", stelt een Duits vakblad vast. Nederland heeft zijn
7 eigen autogezicht gekregen, de aandrijfriemen baren internationaal opzien en het succes
8 is groot: in 1963 en 1964 staat de Daf na Volkswagen op de tweede plaats van de best
9 verkochte kleine auto's in Nederland, de Opel Kadett is derde.
210     De Daffodil is al lang uit het Nederlandse straatbeeld verdwenen. U zult er mij niet
11 over horen klagen, al had dat mengsel van klein, knus en pienter iets heel authentieks. Ze
12 werd zonder een vleugje weemoed uitgewuifd door een generatie - de mijne - voor wie
13 de puberale verzetspoëzie onder meer had bestaan uit verpletterende commentaren op de
14 saaie, slome, fantasieloze dufheid van de Daf. Elke generatie drukt immers met het
15 voorhanden zijnde gereedschap de vorige terug. Dus dat trof: "Elke maf rijdt een Daf".
16 We noemden de Daffodil ook wel "truttenschudder met jarretelaandrijving".
317     Herinneringen aan de Daf werden het afgelopen jaar door een bericht uit Frankrijk
18 bij mij opgeroepen. De Fransen rijden bijna allemaal in een Franse auto. Als het donker
19 is, kun je je als Franse automobilist in Frankrijk echt thuisvoelen, want alle koplampen
20 zijn geel. Dat is verder nergens in de westerse wereld het geval. Die gele koplampen
21 dateren uit 1936, toen er een wettelijk voorschrift kwam om Franse auto's 's nachts te
22 kunnen onderscheiden van Duitse. Vorig jaar evenwel maakte de Europese Commissie
23 hier een eind aan. Er is geen ontkomen meer aan, Frankrijk zal langzamerhand zijn gele
24 koplampen kwijtraken. Wat opviel, was dat de Fransen er behoorlijk de pest over in
25 hadden. Ze waren gekwetst in hun automobiele nationalisme.
426     Wij wuifden de Daf uit als een residu van naoorlogse truttigheid, maar de Fransen
27 klagen al over het verlies van een koplamp. Dat is gek. Zo gek in elk geval dat ik dat
28 interessant genoeg vind als aanknopingspunt voor een verhaal. Dat verhaal gaat over
29 nationaal gevoel en nationaal gedrag. Hoe zit dat eigenlijk met het nationalisme in
30 Nederland? Zijn er bijzondere factoren die een rol spelen?
531     Het grote verschil tussen Nederland en de landen om ons heen is altijd geweest dat
32 ons land gekenmerkt wordt door een burgerlijke traditie. Dat merk je ook vandaag de
33 dag nog aan alles, aan het 'doe maar gewoon dan doe je al gek genoeg', aan het ongemak
34 jegens elke vorm van grandeur, pracht of praal, de huiver voor het plaatsen van grote
35 standbeelden. En ook aan een diep ingebakken verslaving aan het gematigde midden.
36 Voor een laaiend nationalisme in de romantiek was Nederland daarom ook niet zo
37 geschikt.
638     De staat die zich aan het begin van deze eeuw had gevormd, wordt wel getypeerd
39 als liberaal-confessioneel. Maar dat is niet de hele werkelijkheid. Liberalen en confes-
40 sionelen hadden weinig gemeenschappelijk, behalve misschien hun afkeer van het
41 socialisme en zijn internationalisme. De verschillen tussen de zuilen, te groot om van een
42 homogene staat te kunnen spreken, gingen schuil achter de trouw aan 'God, Vaderland
43 en Oranje' die ze alle publiekelijk beleden.
744     En nu? Het lijkt erop alsof ons land helemaal geen nationalisme meer kent, maar
45 zo simpel is het niet. Hoewel je het nooit precies kunt vaststellen, zijn er voor de
46 intensiteit van nationalisme wel een paar graadmeters. De mate waarin overheid en
47 nationale instituties penetreren in een land, bijvoorbeeld door belastingheffing of dienst-
48 plicht, is er een van. De mate waarin de landgenoten participeren in nationale of gemeen-
49 schappelijke zaken, is er ook zo een. En de mate waarin landgenoten zich identificeren
50 met gemeenschappelijke doelstellingen en belangen en zich deze als een natuurlijk
51 onderdeel van hun persoonlijkheid eigen maken, is'er nog een. Penetratie, participatie en
52 identificatie dus als ijkpunten.
853     Die penetratie is in Nederland groot: de bewoner van Nederland komt zijn land
54 ontelbare keren per dag tegen. Daarbij valt te denken aan collectieve lastendruk en
55 verzorgingsstaat, aan ambtenaren en regelgeving. De ontmoeting vindt zo vaak plaats dat
56 er wel een zekere liefde moet zijn, omdat je anders elkaar al lang uit het huis had
57 geruzied. Of als het al geen liefde is, dan in elk geval gewenning en sleur, een
58 vertrouwdheid die de meeste mensen niet kunnen missen. Sleur is ook penetratie.
959     De participatie is ook groot. U weet precies waar we het over hebben als we
60 spreken over FNV, NCW, WAO, KNOV, KNVB, NS, PTT, VVD, Smit-Tak, NRC, CNV,
61 NCRV, VUT. Honderd kilometer verderop zou een even erudiet gehoor absoluut geen
62 idee hebben van wat we hiermee bedoelen. Achter die afkortingen gaan werelden schuil
63 van vertrouwde participatie, georganiseerd binnen de nationale context.
1064     Maar nu het derde, de identificatie. Dat ligt ingewikkelder. Het koesteren van
65 nationale gevoelens wordt nogal eens gevoed door dreiging van buitenaf en die dreiging
66 bestaat al jaren niet meer. Er is alleen nog de nawerking van de Tweede Wereldoorlog.
67 De verkrachting van de natie in '40-'45 levert al generaties lang een cultus van ongemak
68 jegens Duitsland op.
1169     Maar afgezien van die Tweede Wereldoorlog is er in onze historie niet veel wat de
70 nationale identiteit voedt. Vaderlandse geschiedenis is verder nauwelijks van betekenis,
71 de scholen doen er weinig aan en dus is er ook weinig ruimte voor vertekening, mytholo-
72 gisering en nationale heroïek.
1273     Behalve geschiedenis is er taal. De taal is een belangrijk element van natievorming
74 en over die taal maken sommige Nederlanders zich inderdaad zorgen. Niet dat het zo
75 nodig is, want het Nederlands is op de wereldranglijst een van de grotere talen, ongeveer
76 tussen de vijfenveertigste en vijftigste plaats. En bovendien is het een taal die buiten-
77 gewoon intensief wordt gebruikt, als je boekenoplagen, leesgedrag en dergelijke in
78 ogenschouw neemt. Maar die zorg is wel weer begrijpelijk wanneer er wordt gelet op de
79 kracht van de omringende taalgebieden, die alle drie grote tot supergrote taalgebieden
80 zijn. In de vergelijking komt de kleinheid meer tot uitdrukking dan gerechtvaardigd is en
81 een sfeer van angstvalligheid is bij sommigen dan ook herkenbaar in de zorgen om de
82 taal.
1383     Dan is er naast geschiedenis en taal als derde identificatiepunt de cultuur. Het is
84 waarschijnlijk correct vast te stellen dat Nederland zeer ontvankelijk is voor invloeden
85 van buitenaf: wij ontvangen, maar zenden niet uit. De socioloog Johan Goudsblom
86 noemt dat met een rotwoord het 'doorkijkspiegeleffect' van Nederland. Nederlanders
87 nemen meer dan welk ander land in de regio kennis van cultuuruitingen van buitenaf.
88 Het aankoopbeleid van uitgevers, van televisiestations en van kranten en ook de belang-
89 stelling van het publiek voor alles wat in het buitenland verworven is, duiden daarop.
1490     Nederland heeft aan de oppervlakte dan ook een grote mate van kosmopolitische
91 trendiness. We pikken alles razendsnel op, een nieuw ideologietje, een nieuw melodietje,
92 een nieuw motorfietsje. We zijn in vele opzichten 'aanlegsteiger en expeditiekantoor'. Mij
93 frappeerde het enkele jaren geleden bijvoorbeeld hoe razendsnel het mannelijk paarde-
94 staartje Nederland had veroverd. Madison Avenue in New Vork had er zich maar amper
95 aan gewend, de kapper van Houston, Texas, had het nog nooit zelf onder ogen gekregen,
96 of de patatboer in de Achterhoek sprong op zaterdagavond al met zo'n staart door de
97 lokale disco.
1598     Wordt onze nationale identificatie dan op de eerste plaats bepaald door het
99 doorkijkspiegeleffect? Het naar believen vermengen van bestaande motieven, stijlen en
100 thema's is de overheersende uitingsvorm van de laatste decennia. Dit eclectische1)
101 postmodernisme is weliswaar een uiting van wereldwijde cultuur, maar in wezen gaat het
102 hierbij om een gebruiken en tegelijkertijd parodiëren van kunstvormen die veel vroeger of
103 elders in een nationale context originaliteit en functionaliteit hebben gekend. Eclectische
104 kunst en cultuur kunnen wel even, maar gezien hun onverschilligheid jegens tijd en plaats
105 is het de vraag hoe lang, en wat dan? Een beetje Ionisch, een snuifje Dorisch, wat
106 empire-classicisme, een gotisch kozijntje, wat Jugendstil aan de trapleuning en hopla,
107 daar staat weer een gebouw. Dat kan een tijdje, maar het is zeer de vraag of een
108 kosmopolitische cultuur kan overleven en wortel kan schieten. Betekenis en emotionele
109 kracht van cultuuruitingen liggen uiteindelijk toch in een verondersteld of aangevoeld
110 collectief verleden. Juist die voor de identificatie wezenlijke beelden en verledens zijn en
111 blijven uiteindelijk etnisch of nationaal.
16112     Cultuur kan zich niet zonder etnische of nationale context vernieuwen en daarmee
113 wordt meteen een levensgroot probleem voor Nederland zichtbaar: 's lands gevoeligheid
114 voor de internationale windstromen is groot, maar de hoop dat al die windstromen zullen
115 samenvloeien tot een mondiale cultuur met Nederland in de voorhoede, is een illusie.
116 Het is hier New Vork niet. Het gevolg van onze grote opnamecapaciteit kan niets anders
117 zijn dan een geringe uitstraling. Ziehier dan ook het kosmopolitisch mankement van
118 Nederland.
17119     Overigens betekent deze windgevoeligheid van Nederland niet dat er van identi-
120 ficatie geen sprake zou zijn. De nationale identiteit wordt voornamelijk beleefd op het
121 niveau van de omgang met elkaar, de gezelligheid, het met vijftien miljoen mensen toch
122 tamelijk vreedzaam bovenop elkaars lip wonen. Het is de collectieve vertrouwdheid,
123 waarmee de ene helft van de familie A naar Torremolinos gaat om door de andere helft
124 twee weken later op Schiphol met spandoeken te worden begroet. De collectieve
125 vertrouwdheid van Maartje van Weegen, Brinkman, Van Kooten & De Bie, André Hazes,
126 motel De Valk, Hans van Mierlo, koningin & prins en nog zo'n duizend attributen van
127 een communicatiecocktail die u en mij dagelijks met elkaar verbinden en waar de rest
128 van de wereld niets van snapt, laat staan dat ze er deel aan heeft. Behalve dan wanneer
129 het om dirigenten en voetballers gaat, want dirigeren en voetballen doen ze elders ook en
130 soms nogal uitbundig.
18131     Weliswaar vallen een gemeenschappelijk verleden, een eigen taal en een
132 gezamenlijke cultuur niet zomaar over het hoofd te zien, maar de behoefte onze nationale
133 identiteit uit te dragen is slechts beperkt aanwezig. Het is in Nederland heel anders dan
134 bijvoorbeeld in de Verenigde Staten; daar is maar in zeer beperkte mate sprake van een
135 objectieve natie. Veel gezamenlijkheid bestaat er niet onder dit volk van immigranten en
136 immigrantenkinderen. De subjectieve wil om een natie te vormen is daarentegen des te
137 groter en dat móet ook wel, want zonder opgeschroefd patriottisme valt zo'n immigran-
138 tenland natuurlijk bij de eerste de beste windstoot omver.
19139     Het Nederlandse nationalisme is rustig. In zichzelf gekeerd rondom de dorpspomp
140 - dat is het. We hebben er een hekel aan, maar tegelijkertijd kunnen we er niet buiten. Bij
141 gebrek aan nationaal elan is de enige overlevingsstrategie die van de zelfgenoegzaamheid.
142 Ik constateer dat Nederland als collectiviteit behalve behoud niet zoveel wil. Het gevolg
143 is zo vertrouwd als de geschiedenis van dit land: groepsbelangen worden boven het
144 algemeen belang gesteld. We leven in een consensusstaat. Dat lijkt zelfs zo ver te gaan
145 dat Nederland eigenlijk geen regering nodig heeft, het regeert zichzelf. De belangen van
146 de diverse groepen, ook jegens het buitenland, worden dan ook niet gebundeld, maar per
147 groep behandeld. Per ministerie tref je Nederlandse belangenbehartigers in het
148 buitenland aan: de boeren via Landbouw, de bedrijven via zichzelf of via Economische
149 Zaken, de milieuactivisten congresseren internationaal meestal op kosten van VROM
150 enzovoort, enzovoort. Als collectiviteit wil Nederland niet zoveel en alsof het land dat
151 zelf aanvoelt, hecht het voor de identificatie vooral sterk aan het symbool van de natie:
152 het Huis van Oranje. Met God is het wat minder, met het Vaderland ook, blijft alleen nog
153 Oranje over. Een hele last voor een enkele familie trouwens.
20154     Nu kom ik terug op de Daf. Niemand ging op de barricaden voor de Daf, de natie
155 was niet in het geding. Hoezo natie? Iedere econoom kan je op de achterkant van een
156 sigarendoos voorrekenen dat het onvermijdelijk liep zoals het is gelopen en zo is het ook.
157 De Daf had zijn tijd gehad, was niet bestand tegen de kracht van het grote getal en was
158 onvoldoende bemind om tegen de stroom van de tijd in op een paar vierkante kilometers
159 polderlandschap te worden gekoesterd. Ik zeg het zonder weemoed, maar ik wil maar
160 duidelijk maken dat ik het ook met weemoed had kunnen zeggen. Dat doe ik niet en dat
161 deden we niet. Het vertrek van de Daf ging geruisloos.
21162     Als de KLM verdwijnt, knipperen we nog even, maar als straks de Spoorwegen bij
163 de Bundesbahn hun natuurlijke partner vinden, schrikken we niet eens meer. De interna-
164 tionalisering van deze tijd betekent niet dat Nederland eenvoudigweg verdwijnt, wel dat
165 de natie als gemeenschappelijk idee vervaagt.


noot 1: eclectisch = uitkiezend; naar believen uit verschillende stelsels, stromingen enz. overnemend en het overgenomene versmeltend