Background image

terug

Marokkaanse opvoeding

Marokkaanse moeder geeft dochter steeds meer ruimte

Door Arlette Dwarkasing

DEN HAAG De opvoeding in Marokkaanse gezinnen wordt minder autoritair. Vaders wil
is niet langer meer wet. Zijn rol als kostwinnaar blijft centraal staan, maar de moeders gaan
steeds meer domineren in taken die traditioneel tot het domein van de vader behoorden.

 Dit blijkt uit een onderzoek naar de opvoeding in Marokkaanse gezinnen in Nederland. Onderzoekster
 Trees Pels spreekt van een ’heimelijk matriarchaat’. Dat levert vooral de dochters meer bewegingsruimte
 op. Ze hoeven minder in huis te doen: huiswerk gaat voor. De moeders, ook de eerste generatie
 Marokkanen, hechten veel belang aan een goede schoolopleiding en staan niet negatief tegenover het
5 buitenshuis werken van vrouwen. „Niet dat ze het verschrikkelijk staat te pushen”, zegt Pels, „maar er is
 vrijwel geen moeder die zegt: dat kan niet samengaan, blijf maar thuis. Dat is een duidelijke breuk met
 de traditie.” In het onderzoek zegt een van de oudere generatie moeders: „Ik heb veel geleerd van de
 oudste (van zeven kinderen, red.). Ik was toen onwetend. Ik heb haar uitgehuwelijkt, daar heb ik
 ontzettend veel spijt van gehad. Hoe kon ik haar dat aandoen. Zij heeft haar school niet afgemaakt. Ze
10 is nu gelukkig met haar man en kinderen, toch zit het me dwars. Ik dacht: dit doe ik nooit meer.”
 Volgens Pels is het beeld dat Marokkaanse meisjes „bij het bereiken van de puberteit thuis worden
 gehouden en niet meer naar school gaan” gebaseerd op een situatie van jaren geleden. „Misschien wel
 gevoed door het feit dat je nu meer dan voorheen meisjes met hoofddoekjes op straat ziet. Sommigen
 associëren dat met onderdrukking. Maar dat is niet zo. Voor veel meisjes is het daardoor juist
15 makkelijker om de straat op te gaan, een opleiding te volgen en een baan te zoeken. Ze laten zien dat ze
 geëmancipeerd zijn, maar ook een goed islamiet”. De meisjes ondervinden veel vooroordelen. Een
 veertienjarige havo-scholiere zegt in het onderzoek: „Op school heb ik een keer gezegd dat ik graag
 advocaat wilde worden. Toen zei de leraar dat dat voor Marokkanen moeilijk is en vooral als ik ook nog
 een meisje ben. Ik was erg kwaad en zei dat hij eigenlijk geen les mag geven, want hij demotiveert
20 meisjes om te studeren.”
 (...)
 Zowel in Marokkaanse als Surinaams-Creoolse gezinnen zijn er veranderingen merkbaar in de
 opvoeding. Men koestert eigen waarden als respect, eerbaarheid (bij de Marokkanen) en beleefdheid (bij
 de Creolen) maar zoekt tegelijk aansluiting bij de Nederlandse samenleving.
25 Zowel de Marokkaanse als de Surinaams-Creoolse moeders maken zich zorgen over de discriminatie die
 ze soms tegenkomen en over de negatieve beeldvorming van hun allochtone groep. Ze zijn bang dat
 vooroordelen de toekomst van hun kinderen nadelig beïnvloeden. Een Surinaams-Creoolse moeder van
 twee kinderen zegt: „Veel zwarte kinderen zijn teleurgesteld. Ze identificeren zich met Nederlandse
 kinderen, maar later blijkt dat ze minder goed aan de bak komen. Dan gaat het van kwaad tot erger. Ze
30 belanden in een crisis, gaan aan de drugs en dergelijke.
 De kinderen moeten een beroep leren waarmee ze eventueel ook buiten Nederland kunnen werken.”

naar:Trouw van 20 maart 1998