terug
Catilina van Karl Kreisler
In de historische roman Catilina van Karl Kreisler komt de volgende passage voor.
1 | Toen hij (= Cicero) eindelijk ingesluimerd was, verscheen hem in den droom de |
2 | gewurgde Lentulus, die hem aanklaagde met omhooggeheven handen. [.....] Badend in |
3 | angstzweet slaakte Cicero een gil en ontwaakte.Weg was de spookverschijning.Weer viel |
4 | hij in een onrustige slaap. Nu verscheen er een man met een koningskroon op het hoofd. |
5 | Was dat Numa niet, de tweede koning van Rome, die de oudste wetten had gemaakt? |
6 | Vermanend hief hij een vinger op en wees op een wetsrol, die in de lucht zweefde. „Gij |
7 | hebt de wet overschreden!” prevelde hij met holle stem. Cicero sprong op en keek |
8 | verwezen om zich heen. |