S. van Houten schrijft in 1876 onder andere het volgende over de bevolkingsleer en de
seksuele moraal. In 1895 zal hij als minister besluiten tot Koninklijke goedkeuring van de
statuten van de Nieuw-Malthusiaanse Bond
1 | Er moet een einde komen aan de onkunde met de wetten der fysiologie7). Ieder behoort | |
2 | dit te weten. Aan zijn eigen behoeften, zijn eigen oordeel, moet worden overgelaten welk | |
3 | gebruik hij van zijn wetenschap maken wil. Men moet ophouden als Goddelijke wil, als | |
4 | noodlot, als onvermijdelijk te beschouwen, wat zulks niet is.Men moet ophouden als | |
5 | plichtmatig aan te zien, wat op geen enkele grond van humaniteit of maatschappelijk | |
6 | belang te verdedigen is. (…) | |
7 | Want waarlijk, in alle klassen der maatschappij zijn de vrouwen het hartelijk moede, (…) | |
8 | zulke vruchtbomen te zijn, onophoudelijk kinderen voortbrengende en hierbij hare fysieke | |
9 | en morele kracht langzamerhand uitputtende. En niet in het minst in de laagste klassen, | |
10 | waar de vrouw te midden van dat alles nog werken moet voor de kost, waar de inkomsten | |
11 | ontoereikend zijn, (…) maar het brood voor de nieuwgeborenen uit de monden der | |
12 | andere kinderen of der ouders moet worden bespaard. Meent gij dat zij niet snakken naar | |
13 | een beter lot, die vrouwen, die men bijna niet anders ziet dan met een kind op den arm en | |
14 | een kind aan de hand, en wier bleek en vroeg gerimpeld gelaat de stempel draagt van | |
15 | onophoudelijk zwoegen en zorgen bij dag en bij nacht? (…) | |
16 | Ik geef toe, dat de vrouwen minder van extra-matrimoniale betrekkingen8) worden | |
17 | afgeschrikt, wanneer zij beveiligd zijn tegen ongewenste zwangerschap.Doch ik kan dit | |
18 | volstrekt niet als een bezwaar beschouwen. Ik beschouw het als een der noodlottigste | |
19 | gevolgen van extra-matrimoniale betrekkingen, dat de vrouw bloot staat aan | |
20 | zwangerschap en dat er alzo kinderen kunnen worden geboren voor wie in geen enkel | |
21 | opzicht behoorlijk gezorgd is. (…) | |
22 | Men kan als regels van moraal stellen, dat elke verkorting van de fysieke en zedelijke | |
23 | vrijheid ener vrouw, elk misbruik van toevallige gunstige omstandigheden, ene misdaad is. | |
24 | Verder dat het onzedelijk is het leven te geven aan kinderen, voor wie men niet heeft | |
25 | gezorgd en niet zorgen wil, gelijk liefdevolle ouders betaamt. |