Uit een interview met provo Roel van Duyn in De Gids, 1966.
1 | 'Het is vooral het gebrek aan invloed die de enkeling op het gebeuren heeft. Dit maakt ons | |
2 | kwaad. De happening is een poging om tenminste het aandeel in het gebeuren dat je zou | |
3 | moeten hebben en dat de autoriteiten je trachten te ontfutselen, te nemen. De happening is | |
4 | dus een demonstratie van de macht die je zou willen hebben.' |