Background image

terug

Opkomst Jeugdcultuur nozems

In een bundel met artikelen over de opkomst van de jeugdcultuur wordt over nozems gezegd

1 In de tweede helft van de jaren vijftig krijgen Nederlandse jongeren iets meer financiële
2 armslag. Vooral de ongeschoolde en geoefende arbeidersjongeren besteden dit geld aan
3 nieuwe consumptiegoederen en commercieel vermaak. Anders dan voor hun ouders, de
4 generatie die was opgegroeid in een periode overschaduwd door een economische crisis,
5 werkloosheid, nazisme en oorlogsgeweld, zijn voor deze jongeren de relatieve economische
6 stabiliteit en welvaartsstijging min of meer vanzelfsprekend. De eigenaren van bioscopen,
7 cafés en danslokalen worden zich ervan bewust dat deze categorie jongeren een belangrijke
8 nieuwe doelgroep gaat vormen. Produkten van de Anglo-Amerikaanse vermaakcultuur als
9 tarzan-, cowboy- en seksfilms, alsook de rock’n roll- en jive-muziek vormen weldra het
10 hoofdbestanddeel van dit commerciële recreatieaanbod.
11 In hun verlangen naar vrijheid nemen arbeidersjongeren bezit van de straat, waar ze al dan
12 niet gemotoriseerd hun identiteit aan het publiek tonen. De onderscheidings- en
13 statussymbolen van deze nozemgroepen zijn hun brommers, geruite hemden, zwarte
14 werkbroeken, leren jacks en motorlaarzen. En, vanzelfsprekend de Brillantine die de vetkuif
15 vorm moet geven. De meeste van deze attributen en hun esthetiek worden ontleend aan
16 Anglo-Amerikaanse voorbeelden. Bij de arbeidersklasse-dandies is de gestroomlijnde
17 brommer van het Italiaanse type -ook wel buikschuiver genoemd vanwege de zithouding
18 van de bestuurder op zijn duozit- het meest populair. Bovendien dragen ze, zodra die vanaf
19 eind jaren vijftig beschikbaar komen, een transistorradio met zich mee. De meisjes, die in
20 een brede ceintuur en hoog opgestoken getoupeerd haar.