Een legerofficier rapporteert op 26 april 1826 over ongeregeldheden te Haslingden
(Lancashire) aan de minister van Binnenlandse Zaken
1 In Haslingden werd gisteren, hoewel de cavalerie in de buurt was, 1 een fabriek aangevallen 2 en de machines werden vernietigd. Vanmorgen vernielde een menigte van ongeveer 3.000 3 mensen met succes de weefmachines van drie fabrieken. Omdat de eigenaars van twee 4 andere fabrieken dringend om bescherming hadden gevraagd, werden soldaten in stelling 5 gebracht om een fabriek in Chatterton te verdedigen. Daar werden zij onmiddellijk 6 bekogeld met een regen van stenen, waardoor de kolonel gedwongen was om te laten 7 schieten. Een aantal mensen uit de menigte werd gedood en gevreesd moet worden voor een 8 aanzienlijk aantal gewonden door het onophoudelijk schieten, dat wel een kwartier 9 aanhield. Daarna verspreidde de menigte zich geleidelijk, maar met de kennelijke bedoeling 10 om met een overweldigende meerderheid terug te keren. De meesten waren gewapend met 11 knuppels, knotsen enz., maar er werden geen geweren gezien. De hardnekkigheid en 12 vastbeslotenheid van de oproerlingen waren zo buitengewoon groot, dat ik het niet geloofd 13 zou hebben, als ik er niet zelf bij was geweest.