Background image

terug

Bandoengse Algemene Studieclub

De Nederlandse sociaaldemocraat D.M.G. Koch is journalist in Bandoeng. In 1927 vraagt Soekarno hem lid te worden van de Bandoengse Algemene Studieclub, een voorloper van de PNI. In zijn herinneringen schrijft hij hierover

Ik was nog maar korte tijd lid van de Studieclub, toen Soekarno mij verzocht een spreekbeurt te vervullen (…). Ik stelde hem voor, dat ik dan spreken zou over Gandhi. Soekarno en zijn medestanders hadden het non-coöperatie-beginsel aanvaard, en ik achtte dit onjuist en meende goed te doen door op de consequenties van die politiek in het toenmalige Brits-Indië te wijzen.
Onder het uitspreken van mijn betoog was uit de bijeenkomst generlei reactie gekomen, ofschoon ik wist en voelde dat de meerderheid der aanwezigen het er niet mee eens was: een fijn begrip voor hoffelijkheid weerhield hen van interrupties en kritiek. Nadat ik uitgesproken was, kwamen evenwel de tongen los. De strekking der tegenwerpingen was, dat men met een bewind dat de belangen der bevolking verwaarloosde en de ontwikkeling van de inheemse maatschappij tegenhield, niets te maken wilde hebben. Ik kon dat sentiment, dat blijk gaf van nationaal bewustzijn, van de wil zichzelf te zijn, op zichzelf waarderen. Maar ik ontkende, dat dit ertoe leiden moest te weigeren om de organen die het koloniale regiem geschapen had, in het belang van de bevolking te benutten voor zover dit mogelijk was. Ik kreeg ten slotte een plichtmatig, niet enthousiast applaus.
Als lid van de Studieclub deed ik nog een andere ervaring op. Enkele leden, onder andere dr. Tjipto Mangoenkoesoemo, stelden mij kandidaat voor een bestuursfunctie, hetgeen ik accepteerde. Latif kwam daartegen in verweer. Hij wilde geen Nederlander in het bestuur. “Er wordt”, zei hij, “van ons Indonesiërs altijd gezegd, dat wij hulp van Europeanen nodig hebben om wat te bereiken, dat wij het niet zelfstandig kunnen”. Mij persoonlijk kon hij waarderen; zijn verzet tegen mijn kandidatuur was principieel. Ik trok mijn kandidatuur in.