Background image

terug

JH van 't Hoff

Tegen het einde van de 19e eeuw deed de jonge Nederlandse scheikundige J.H. van ?t Hoff een voorstel dat een grote verandering voor de toenmalige scheikunde zou betekenen. Hij was van mening dat moleculen structuren in de ruimte vormen en dat ze dus ook in een driedimensionale weergave afgebeeld zouden moeten worden. Deze manier van afbeelden had een tweetal voordelen.
Tot die tijd werden molecuulstructuren immers als tweedimensionale ?plaatjes? voorgesteld. Maar in Van ?t Hoffs driedimensionale weergave konden natuurkundige verschillen tussen vrijwel identieke stoffen verklaard worden, die tot dan toe onverklaard waren gebleven, zoals het verschil tussen links- en rechtsdraaiend melkzuur (zie figuur 1). Een tweede voordeel was, dat de ?driedimensionale? weergave voor ons ook veel ?echter? lijkt als je ervan uitgaat dat moleculen werkelijk bestaande entiteiten zijn. Maar sommige chemici van die tijd waren van mening dat ?atomen? en ?moleculen? slechts theoretische hulpmiddelen zijn. Dus constructies, om bepaalde verschijnselen beter te kunnen begrijpen. Zo keerde de gezaghebbende Duitse chemicus H. Kolbe zich tegen Van ?t Hoff: Van ?t Hoff had zijn inzicht niet verkregen als resultaat van een lang en moeizaam onderzoek, maar als een idee dat hem zomaar te binnen was geschoten. Kolbe trok hieruit de conclusie dat Van ?t Hoffs ontdekking kennelijk aan diens fantasie was ontsproten, wat Kolbe volstrekt onwetenschappelijk vond.



bron: NRC Handelsblad van 22 september 2001