Background image

terug

Economische en Monetaire Unie (EMU) ter discussie

Economische en Monetaire Unie (EMU) ter discussie
Onlangs vond er een debat plaats tussen een voorstander en een tegenstander van de EMU. De voorstander benadrukt de voordelen van de euro (tekst 1), de tegenstander het verloren gaan van de nationale autonomie (tekst 2).

tekst 1

Invoering van de euro is gunstig voor burgers en bedrijven. Zij hoeven bij het overschrijden van de grens binnen het eurogebied hun munt niet meer om te wisselen. Dat is handig en voordelig. Bovendien worden markten doorzichtiger, zodat er meer concurrentie ontstaat. Deze voordelen van de euro kregen bij de invoering ervan de meeste aandacht. Langzamerhand worden nog andere voordelen zichtbaar. Zo is door de euro een belangrijke belemmering voor kapitaalmobiliteit weggenomen, zodat kapitaal beter dan voorheen op zoek kan gaan naar de meest rendabele aanwending binnen het eurogebied. Dit komt de productiviteitsgroei in alle sectoren van de economie ten goede. Door de invoering van de euro is voor bedrijven in het eurogebied een grote thuismarkt ontstaan, waardoor hun concurrentiekracht ten opzichte van bedrijven uit Amerika en Japan aanzienlijk is versterkt.

tekst 2

Voor landen die deelnemen aan de EMU zijn de mogelijkheden om hun economie bij te sturen aanzienlijk beperkt. Zo is het voeren van een onafhankelijke monetaire politiek door een nationale centrale bank niet langer mogelijk. De monetaire politiek is bij de Europese Centrale Bank (ECB) weliswaar in goede handen, maar de ECB richt zich op de EMU als geheel. Als de conjuncturele ontwikkeling in een EMU-land afwijkt van de conjuncturele ontwikkeling in de overige EMU-landen kan een rentemaatregel van de ECB in dit land een procyclisch effect hebben. Ook de begrotingspolitiek heeft aan kracht ingeboet. In de EMU is namelijk afgesproken dat het begrotingstekort van de overheid maximaal 3% van het nationale product mag zijn. Door die afspraak worden de regeringen van de EMU-landen in een periode van laagconjunctuur beperkt in hun mogelijkheden om anticyclisch begrotingsbeleid te voeren.