In de pluimveehouderij worden in Nederland jaarlijks tientallen miljoenen
eendagshaantjes gedood. Dit cijfer is te vinden in het rapport ‘Alternatieven voor
doding van eendagskuikens’, in 2007 opgesteld in opdracht van het ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV).
Bij legrassen zijn de haantjes niet in tel. Ze zijn ook niet geschikt om tot
slachtkuiken uit te laten groeien. De eendagshaantjes worden daarom gedood
en tot diervoer verwerkt of als prooidieren verkocht aan dierentuinen. Er wordt onderzoek gedaan naar manieren om dit te voorkomen. Bijvoorbeeld door te bewerkstelligen dat er geen, of veel minder haantjes uitkomen. Een andere mogelijkheid is een vroege geslachtsbepaling van versgelegde eieren. Alleen de ‘vrouwelijke’ eieren (eieren met een vrouwelijk embryo) gaan dan de broedmachine in. Net als bij de mens wordt het geslacht bij hoenders bepaald door de geslachtschromosomen. Anders dan bij de mens is bij hoenders het vrouwtje het heterogamete geslacht (met de geslachtschromosomen Z en W) en het mannetje het homogamete geslacht (met twee Z geslachtschromosomen). |