Background image

terug

Vraag 11

Geef voor elk van de onderstaande beweringen aan of deze volgens de tekst juist of onjuist is.

  1. Arthur Koenen probeert Uta Schilf op haar gemak te stellen.
  2. Uta Schilf is ervan overtuigd, dat haar man vreemd gaat.
  3. Doorgaans winden vrouwen die Arthur Koenen inschakelen er geen doekjes om dat ze zich bedrogen voelen.
  4. Arthur Koenen heeft helemaal geen zin in deze opdracht.
  5. Uta Schilf koestert in verband met haar man weemoedige gedachten aan vroeger tijden.
  6. Arthur Koenen wantrouwt de motieven van Uta Schilf om hem in te schakelen.

Noteer het nummer van elke bewering, gevolgd door ‘juist’ of ‘onjuist’.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Nicht die ganze Wahrheit