Op 500 km hoogte heerst geen volledig vacuüm. Hierdoor ondervindt de satelliet een
kleine wrijvingskracht, zodat zijn hoogte langzaam afneemt. In de figuur staan de kinetische
energie Uk en de gravitatie-energie Ug van de satelliet als functie van de hoogte h getekend.
Doordat de wrijvingskracht zeer klein is, 'zakt' de satelliet per omloop maar heel weinig.
Daarom kan elke afzonderlijke omloop als een cirkelbaan worden beschouwd.
Leg aan de hand van figuur 8 uit hoe de omlooptijd van de satelliet op den duur verandert.