Vraag 10
Het hierboven beschreven proces houdt in dat een transistor kan werken als een
schakelaar die gesloten wordt als VBE voldoende groot wordt. Zo kan met behulp van een
transistor bijvoorbeeld een signaallampje 'automatisch' aangedaan worden als het donker
wordt. In figuur is de transistor opgenomen in een schakeling waarmee dat mogelijk is.
In deze schakeling zijn ook een weerstand R van 2,0 kΩ en een lichtgevoelige weerstand
(LOR) opgenomen.
We beschouwen twee uiterste situaties: 'licht' en 'donker'. In het 'licht' heeft de LOR een
weerstand van 0,20 kΩ; in het 'donker' bedraagt de weerstand 59 kΩ De spanningsbron
V1 levert een constante spanning van 5,0 V. Het punt G kan via een schakelaar S worden
verbonden met de emitter van de transistor. De schakelaar is aanvankelijk geopend.
Bereken de waarden waartussen de potentiaal van punt G onder deze omstandigheden
kan variëren.