Background image

terug

Vraag 6


Bij een vierde proef blijft de spuitmond in
de horizontale positie. Men houdt een
homogeen latje vlak voor de opening,
zodat de waterstraal er horizontaal
tegenaan spuit. Zie figuur 4. Het latje is
draaibaar om een as aan de bovenkant van
het latje. De wrijving in het draaipunt moet
worden verwaarloosd. Het latje heeft een
massa van 62 g. De waterstraal zorgt
ervoor dat het latje een hoek van 10°
maakt met het verticale vlak.
De kracht van de waterstraal op het latje is
vrijwel horizontaal gericht. Verwaarloos de
verticale component van deze kracht.
Bereken met behulp van de momentenwet
de kracht die de waterstraal uitoefent op
het latje.