Background image

terug

Vraag 1

Iemand doet een serie proeven met water
dat uit een slang met een spuitmond
stroomt. De snelheid waarmee het water
uit de spuitmond komt, is bij alle proeven
gelijk aan 4,0 m·s-1. De opening bevindt
zich steeds 30 cm boven een tafel. De
luchtwrijving op de waterstraal wordt
verwaarloosd. Bij de eerste proef verlaat
het water de spuitmond met een
horizontaal gerichte snelheid. Zie figuur.

De waterstraal legt na het verlaten van de
spuitmond een horizontale afstand x af
voor hij de tafel treft.
Bereken x.