Door hun grotere snelheid halen grotere druppels kleinere in. De druppels kunnen na botsing
met elkaar versmelten . Op deze manier kunnen wolkedruppels groeien en eventueel uitgroeien
tot regendruppels.
In figuur 2. 1 is getekend hoe een druppel A met een massa van 4,2·10-12 kg een druppel B met
een massa van 0,52·10-12 kg inhaalt.
Het v,t-diagram van beide druppels tussen t = 0 en t = 2,0 ms is in figuur 2.2 weergegeven. Op
t = 2,0 ms botsen de druppels en versmelten tot een grotere. Het v,t-diagrarn van de druppel,
die op t = 2,0 ms is ontstaan, is ook getekend in figuur 2.2.
Toon door een berekening aan dat de snelheid van de nieuwe druppel op t = 2,0 ms in
overeenstemming is met de snelheden van de oorspronkelijke druppels.