De telbuis is voornamelijk gevuld met argon.
De elektronen die vrijkomen wanneer een ionenspoor gevormd wordt, bewegen naar de centrale
draad. Tussen twee botsingen met argonatomen legt een elektron gemiddeld een afstand van
4,6·10-5 m af.
We beperken ons nu tot elektronen die, op weg naar de centrale draad, bij een botsing met een
argonatoom òf door aanslag òf door ionisatie al hun kinetische energie kwijtraken. Om bij de
volgende botsing weer een argonatoom te kunnen ioniseren, moet zo’n elektron tijdens het afleggen
van die 4,6·10-5 m dus voldoende elektrische energie kunnen om zetten in kinetische energie.
Verondersteld mag worden dat de elektrische veldsterkte over deze kleine afstand constant is.
De ionisatie-energie van argon is 15,8 eV.
Bepaal met behulp van figuur 3.2 de grootste afstand tot de as van de centrale draad waarop de
genoemde elektronen bij een volgende botsing argonatomen vanuit de grondtoestand kunnen
ioniseren.