Background image

terug

Vraag 21



Het materiaal dat gesneden moet worden, ligt vlak onder de spuitmond. De waterstraal spuit verticaal, loodrecht op het materiaal. Na het materiaal gesneden te hebben, stroomt het water in verticale richting verder met een snelheid van 20 ms-1.

Bereken aan de hand van de impulsverandering per seconde de gemiddelde kracht waarmee het water het materiaal snijdt.