terug
Vraag 14
Om een schildkliertumor te behandelen, wordt bij een patiënt jood-131 ingebracht.
Hierna zorgt alleen β-straling voor de inwendige bestraling.
De hoeveelheid jood-131 die aan de patiënt wordt toegediend, wordt uitgedrukt in de
activiteit van het jood.Voor de vernietiging van een bepaalde tumor van 2,4 g wordt een
hoeveelheid jood-131 met een activiteit van 5,5 GBq toegediend.Voor het verband tussen
de activiteit
A, de halveringstijd τ en het aantal jood-131 atomen
N geldt:
A = ln 2/ τ ·
N
Bereken de dosis die de tumor ontvangt als 0,10% van alle toegediende joodatomen de
bij het verval vrijkomende energie aan de tumor afgeeft.