Voor de massa van de blokken B1 en B2 geldt: mB = 1,0 kg. Het aandrijvende gewicht P
heeft een massa mP = 4,0 kg. Het korte blok wordt tijdens de proef verplaatst over een
afstand van 99 cm. De zwaarte-energie Ez van gewicht P wordt tijdens die beweging voor
een deel omgezet in kinetische energie Ek en voor het andere deel in energie die door
wrijving verloren gaat.
Bereken met behulp van een energiebeschouwing de gemiddelde wrijvingskracht die het
korte blok tijdens de beweging ondervindt.