Background image

terug

Vraag 11

De verstrooide straling wordt in een detector opgevangen. De frequentie wordt vergeleken met de oorspronkelijke laserfrequentie (f = 2,855·1014 Hz).
Het frequentieverschil Δf is een maat voor de temperatuur van de glasvezel op de plaats waar het laserlicht is verstrooid.
Bij een temperatuur van 20 °C blijkt het frequentieverschil Δf gelijk te zijn aan 1,3·1012 Hz. Bereken de grootste golflengte (in vacuüm) van het laserlicht dat na verstrooiing in een stukje glasvezel van 20 °C in de detector wordt opgevangen.