Na D eindigt de glijbaan in een horizontale, halfcirkelvormige goot waardoor Keesje een
cirkelbeweging uitvoert.
Figuur "bovenzicht" geeft een bovenaanzicht van de glijbaan met de goot.
Figuur bovenzicht
De goot heeft een opstaande rand om het uit
de bocht vliegen te voorkomen.
Op een bepaald punt P in de goot is Keesjes
snelheid 2,5 m s-1. In figuur "dwarssnede" is een verticale
dwarsdoorsnede van de goot in dat punt
getekend. Het zwaartepunt Z van Keesje is
daarin met een witte stip aangegeven.
Op Keesje werkt een aantal krachten.
We beschouwen alleen de krachten die in het
vlak van tekening liggen.
Figuur "dwarssnede" staat ook op de bijlage. In deze figuur is de zwaartekracht Fz
al getekend.
Construeer in de figuur op de bijlage de kracht die de goot op Keesje uitoefent in de juiste verhouding tot Fz. Laat alle krachten aangrijpen in Z. Licht je antwoord toe met een berekening op de bijlage.