Op de as van de achterwielen van de
sleepwagen bevindt zich een tandwiel,
dat via een ketting het ballastblok naar
voren trekt. Het ballastblok schuift dus naar voren als de wagen rijdt.
De sleepwagen ondervindt op twee plaatsen een normaalkracht: bij het
wiel en bij de slee. In figuur 5 zijn de krachten op de sleepwagen in een
bepaalde stand getekend. De tekening is op schaal. De lengte van de
krachten is niet op schaal.
figuur 5
Punt S in figuur 5 mag als draaipunt worden opgevat. De verticale
krachten zijn in evenwicht.
De momenten van Fw en Fkabel samen zijn verwaarloosbaar.
Op de uitwerkbijlage staat een tabel met daarin vijf krachten.
We beschouwen de situatie dat de sleepwagen rijdt en het blok naar
voren schuift.
Geef aan of de betreffende kracht toeneemt, afneemt of gelijk blijft als het blok naar voren schuift.