Vraag 7
In figuur "DNA" is het röntgen-diffractie-patroon te zien dat Rosalind Franklin
in 1952 maakte van een DNA-molecuul. Rosalind gebruikte
röntgenstralen. Later leidden Watson en Crick hieruit af dat DNA uit een
(dubbele) helix bestaat. Zie figuur "Helix".
figuur DNA (links) figuur Helix (rechts)
Lieke bedenkt hoe ze het experiment van Rosalind Franklin in een
practicum kan nabootsen. Lieke is van plan om in plaats van
röntgenstraling rood laserlicht met een golflengte van 633 nm te
gebruiken.
Lieke kiest als voorwerp een veertje uit een balpen. Zij bouwt de
opstelling zoals weergegeven in figuur "balpenveer".
figuur balpenveer
figuur zicht
De bundelverbreder in figuur "balpenveer"
is nodig, omdat de laserbundel
te smal is om de veer goed te
belichten. Daarom maakt Lieke
met een negatieve lens de
bundel divergerend zoals in
figuur "zicht". Lieke wil de bundel
evenwijdig en 1,0 cm breed
maken.
Figuur "zicht" staat ook op de
uitwerkbijlage. Alle afmetingen zijn 4 keer zo groot als in werkelijkheid.
figuur maximum
figuur kring
De verbrede bundel valt op
het scherm dat op 4,20 m
van het veertje staat.
Figuur "maximum" is een foto van het scherm op
ware grootte.
Je ziet een interferentiepatroon AA’
en een interferentiepatroon BB’ die
een hoek φ met elkaar maken.
Deze interferentiepatronen zijn een
gevolg van de traliewerking van de
veer in de laserbundel. Het 18e
maximum van AA’ is in figuur "maximum"
aangegeven.
Het laserlicht heeft een golflengte van
633 nm.
Bepaal de werkelijke afstand tussen de windingen van de veer.