Background image

terug

Vraag 24

Gebruik bijlagen “Zeilen” en “Uitwerkbijlage”.

Bij een andere windkracht en een andere vaarrichting ten opzichte van de wind blijft de boot niet meer rechtop varen, maar moet Maarten buiten boord hangen om niet om te slaan. Zie figuur 7.

In de figuur op de uitwerkbijlage is de situatie op schaal getekend. Vijf krachten zijn van belang. Deze liggen in het vlak van tekening en staan dus loodrecht op de bewegingsrichting. Drie van de krachten zijn getekend. Van de vierde kracht is de waarde gegeven. De vijfde kracht is de opwaartse kracht. Deze grijpt aan in punt S.
Punt S kan als het draaipunt opgevat worden. Het moment van de opwaartse kracht is dus nul.
De breedte van de boot is in werkelijkheid 1,4 m.
figuur 7

Voer de volgende opdrachten uit:

  • Geef in de tabel op de uitwerkbijlage van elke kracht aan of die ten opzichte van S een moment heeft met de klok mee of tegen de klok in.
  • Bepaal met de momentenwet de afstand van Maartens zwaartepunt tot de verticaal door S.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Zeilen
Bijlage: Uitwerkbijlage