Figuur 1 staat in de uitwerkbijlage.
Dit zijn de spaken die aan één kant van het wiel zitten. Als iemand op de fiets
gaat zitten, verandert door het gewicht van de fietser de spankracht in de
spaken van het achterwiel.
Geef in figuur 1 op de uitwerkbijlage met letters G ten minste twee spaken aan
waarin de spankracht groter wordt en met letters K ten minste twee spaken
waarin de spankracht kleiner wordt.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Spaken van een fietswiel