Joke meet in de foto de grootte van het beeld van het hoofd dat ze in het
brillenglas ziet, zonder dat ze last heeft van beeldvervorming. Zij deelt deze
waarde door de grootte van het beeld van het hoofd van de minister dat
rechtstreeks op de foto staat.
Leg uit of zij hiermee op de juiste wijze bepaald heeft hoe groot de vergroting
van het brillenglas in deze situatie is.