Background image

terug

Vraag 16

Voor de luchtwrijvingskracht op een druppel geldt:

Fw = (1 / 2)cwρ1Av2

Hierin is:

  • cw de wrijvingscoëfficiënt. Deze is onafhankelijk van de diameter van de druppel;
  • ρ1 de dichtheid van de lucht in kgm-3;
  • A de frontale oppervlakte van de druppel in m2;
  • v de snelheid van de druppel in ms-1.
Als een druppel met constante snelheid v valt, geldt voor de valsnelheid:

v2 = kr

Hierin is:
  • r de straal van de druppel in m;
  • k een constante.
Druk de constante k uit in g, cw, ρ1 en ρw.
  • ρw is de dichtheid van water in kgm-3;
  • g is de valversnelling in ms-2.