Verschillende politieke partijen, waaronder PvdA en VVD hebben gepleit voor „zero
tolerance”, het direct optreden tegen kleine ontsporingen:
„In navolging van hun collega's uit New York wil de politie van Hillegom, Lisse en
omstreken de straat heroveren op de jeugd. „Zero tolerance” heet het in New York.
In Noordwijk heet het de nullijn: rondhangen op een verboden plek levert een ’prent’ op
van tachtig gulden, een blikje bier drinken komt op veertig gulden.We onderhandelen
niet meer, we stellen grenzen. Stel je geen grenzen, dan proberen ze steeds verder te
gaan.” (naar: de Volkskrant van 10 januari 1998)
Welke opstelling tegenover „zero tolerance” kun je van het CDA verwachten op grond
van een voor deze partij belangrijk politiek uitgangspunt?
Licht je antwoord toe aan de hand van dat uitgangspunt.