Background image

terug

Vraag 23

Deze opgave handelt over enkele trends van jeugdcriminaliteit, zoals deze uit een aantal bronnen (Standaard Enquête Daders 1997, SCP, 1996 e.a.) naar voren komen en vervolgens over recente gedachtevorming over de aanpak van jeugdcriminaliteit. Op basis van politiecijfers en self-reportonderzoek onder jongeren blijkt dat het merendeel van jeugdcriminaliteit in groepsverband wordt gepleegd, waarbij de groepsgrootte afhangt van het soort delict (zie bijlage "Gemiddelde groepsgrootte" ).

De ernst van jeugdcriminaliteit varieert van ’kattenkwaad’ tot vechtpartij met dodelijke afloop. Het merendeel van de jeugdcriminaliteit betreft lichte delicten oftewel kleine criminaliteit. Echter niet alle categorieën van criminaliteit uit bijlage "Gemiddelde groepsgrootte" kunnen tot de kleine of veelvoorkomende criminaliteit gerekend worden.

Noem een delict uit bijlage "Gemiddelde groepsgrootte" dat men niet tot de kleine of veelvoorkomende criminaliteit rekent en geef van dit delict twee mogelijke immateriële gevolgen.

terug

Bijlage(n)

Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.

Bijlage: Gemiddelde groepsgrootte