terug
Vraag 21
In 1998 werd Eveline Herfkens minister voor Ontwikkelingssamenwerking, nadat Jan Pronk
die positie jarenlang had bekleed. Herfkens kwam tussen 1998 en 2000 met
beleidsvoornemens die gedeeltelijk een verandering betekenden van het beleid van haar
voorganger Pronk.
In deze opgave komen de volgende kwesties aan de orde:
- het inperken van het aantal hulpontvangende landen;
- het toelaten van een vijfde medefinancieringsorganisatie, namelijk Foster Parents Plan
Nederland;
- het Europees landbouwbeleid en globalisering.
In het najaar van 1998 kondigde de minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan het
aantal landen dat van Nederland bilaterale hulp ontvangt drastisch te gaan beperken. Tot
dan toe ontvingen 118 landen bilaterale hulp. Het kabinet wilde het aantal waarmee
intensief wordt samengewerkt, terugbrengen tot ongeveer 20 en met een aantal landen een
beperkte relatie aangaan (bron: brochure
Kiezen voor Effect, ministerie van Buitenlandse
Zaken).
Naast humanitaire redenen kent het Nederlandse beleid van ontwikkelingssamenwerking
politieke en economische redenen.
Noem een politieke en een economische reden waarom Nederland met veel landen een
ontwikkelingsrelatie was aangegaan.