Geef een verklaring voor het verschil in participatie tussen mensen die
vaak naar de kerk gaan en mensen die soms naar de kerk gaan, zoals
weergegeven in rij 9 van tabel "Achtergronden van participatie, bevolking van 18 jaar en ouder, 2012-2013;
geschatte effecten1)".
Gebruik in je antwoord het kernconcept sociale institutie.
Bij deze vraag worden één of meerdere bijlagen gebruikt.
Bijlage: Tekst:Rutte: participatiesamenleving is geen bezuiniging