Bij deze opgave horen de teksten in de bijlage “Wangedrag door wetenschappers”.
Inleiding
In augustus 2011 werd het vermoeden geuit dat sociaal psycholoog
Diederik Stapel zich schuldig had gemaakt aan wetenschapsfraude.
Een commissie ingesteld door de Tilburgse rector magnificus onderzocht
de beschuldiging en rapporteerde dat er sprake was van "een
grootschalige, langdurige fraude met data". Daarna deden twee
universiteiten aangifte van valsheid in geschrifte en oplichting (tekst 1).
Een jaar later volgde ook nog een onderzoek door de Fiscale inlichtingenen
opsporingsdienst (FIOD) omdat Stapel mogelijk de overheid had
opgelicht door subsidie aan te vragen voor onderzoek waarbij hij had
gefraudeerd met onderzoeksgegevens.
In juni 2013 werd een transactie tussen het Functioneel Parket (een
onderdeel van het OM) en Stapel overeengekomen (tekst 2).
Geconstateerde wetenschapsfraude leidt doorgaans niet tot vervolging.
Het geval Stapel is dus in die zin uitzonderlijk.
Lees de teksten 1, 2 en 3.
'De' criminaliteit bestaat niet. Criminaliteit kent verschillende vormen.
Eén van die vormen dankt zijn naam aan de maatschappelijke positie van
de plegers. Wetenschapsfraude is een typisch voorbeeld van die vorm
van criminaliteit.
Welke vorm van criminaliteit wordt hier bedoeld? Geef de naam en leg aan de hand van twee kenmerken uit dat criminele wetenschapsfraude er een typerend voorbeeld van is.