Voordat de onderzoekers conclusies trekken over de verschillen in door
burgers gewenste straffen en de straffen van rechters, kijken ze naar een
aantal aspecten dat van invloed kan zijn op de door burgers gewenste
straffen.
Zo vermoeden ze dat de gewenste strafrechtelijke sanctie samenhangt
met het doel van sancties (strafdoel) waar respondenten de voorkeur aan
geven. Voordat ze nagaan of die samenhang inderdaad bestaat,
beschrijven ze drie richtingen in het denken over doelen van sancties.
Die richtingen zijn de retributieleer, het utilitarisme en de
herstelrechtbenadering. In tekst "Drie denkrichtingen over straffen" staan deze drie richtingen kort
beschreven.
Twee rechtvaardigingstheorieën over straffen zijn de absolute en de
relatieve theorie.
Welke van de drie richtingen in tekst "Drie denkrichtingen over straffen" past het best bij de absolute theorie en welke bij de relatieve theorie? Leg elk antwoord uit.